Examenreglement 

Artikel 1. Samenstelling examencommissie

  1. De examencommissie bestaat minimaal uit de volgende functionarissen:
    Examencoördinator
    Studiecoördinator
    Docent

Artikel 2. Verantwoordelijkheid examencommissie
1. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het examen en/of de examenonder­delen ligt bij de examencommissie.
2. De examencommissie is belast met maken van de examenopga­ven en de
beoordelingsnormen, alsmede met het bepalen van de uitslagen.
3. De examencommissie draagt zorg voor het afnemen, de organisatie en een correct verloop van de examens.
4. De examencommissie kan zich laten assisteren door examinatoren en deskundi­gen alsmede door examenleiders en surveillanten.

Artikel 3. Het examen
1. Een examen kan bestaan uit een praktisch en/of een theoretisch deel, een en ander afhankelijk van de gekozen opleiding.
2. De examencommissie stelt de voorwaarden vast ten aanzien van het minimaal te behalen cijfer voor examen of examenonderdeel.

Artikel 4. Aanmelden en annuleren
1. Aan het af te nemen examen kan slechts worden deelgenomen door de
student die zich uiterlijk twee weken van te voren als examenkandidaat
heeft aangemeld. Een en ander onder voorbehoud dat er plaats is op de
gewenste datum en tijd. Bij aanmelding voor een examen dient de
kandidaat zo nodig de stukken waarvan de examencommissie overlegging
verlangt, in te dienen. Het is mogelijk om na iedere module af te
toetsen. Hiervoor vult de cursist na de les een daarvoor bestemd
examenaanvraag formulier in met daar op de datum van het examen

  1. Indien de student na aanmelding voor een examen toch afziet van
    deelname, dan kan hij tot drie weken voor de gekozen examendatum
    kosteloos annuleren of kosteloos een alternatieve examendatum kiezen.
    Annuleert of wijzigt de student zijn deelname aan het examen binnen 21
    dagen voor de gekozen examendatum, dan worden de kosten voor het
    oorspronkelijk gekozen examen in rekening gebracht.

Artikel 5. Frequentie, data en plaats
1. Ieder examen wordt tenminste tweemaal per jaar afgenomen.
2. De examencommissie bepaalt de data waarop en de plaatsen waar de examens worden afgenomen.
3. De kandidaat die zich voor een examen aanmeldt, ontvangt tijdig informatie over:
a. de datum waarop en plaats waar het examen zal worden afgenomen
b. het tijdstip van aanvang en de duur van het examen
c. een opgave van de eventueel toegestane hulpmiddelen

Artikel 5a. Module examen
1. Ieder module examen wordt aangevraagd doormiddel van een
formulier die na iedere les wordt ingeleverd bij de desbetreffende
leraar.
2. De examen surveillant en leraar houdt toezicht tijdens het examen.
3. De kandidaat die zich voor een module examen aanmeld, verplicht zich tot het betalen van € 17,50 examengeld.
4. Het tijdstip van aanvang en de duur van het examen vind altijd een uur voor het begin van de les plaats.

Artikel 6. Legitimatie
1. De kandidaat legitimeert zich desgevraagd, voor elke examenzitting, door het tonen van een geldig legitimatiebewijs.

Artikel 7. Geheimhouding
1. De examenopgaven worden met de vereiste zorg voor geheimhouding
ontwikkeld en na vermenigvuldiging in verzegelde enveloppen bewaard. Op
de enveloppen wordt aangegeven het examenonderdeel waarop de inhoud
betrekking heeft.
2. De enveloppen met de opgaven worden tijdig ter beschikking gesteld aan de examenleider.
3. De examenleider draagt er zorg voor dat deze enveloppen met de
vereiste geheimhouding in ongeopende toestand worden bewaard tot
tenminste 5 minuten voor de aanvang van het examenonderdeel.

Artikel 8. Examenopgaven
1. De envelop met examenopgaven wordt in tegenwoordigheid van de kandidaten geopend.
2. De examenopgaven worden op het daarvoor bepaalde tijdstip aan de kandidaat uitgereikt.
3. De kandidaat dient de examenopgaven, inclusief eventuele bijlagen, na afloop van het examenonderdeel weer in te leveren.

Artikel 9. Uitwerking en hulpmiddelen
1. De examenonderdelen dienen uitsluitend te worden uitgewerkt op het
door de examencommissie beschikbaar gestelde uitwerkpapier of andere
middelen.
2. Het gebruik van andere dan door de examencommissie voorgeschreven of toegestane hulpmiddelen is verboden.

Artikel 10. Examenleider en surveillanten
1. Per locatie is een examenleider aanwezig tijdens de examens. De
examen­leider wordt bijgestaan door een of meer surveillanten.
2. De kandidaten maken het examenwerk onder zodanig toezicht, dat in het
examenlokaal tenminste één surveillant per 30 kandidaten aanwezig is.

Artikel 11. Beoordeling
1. De examinatoren maken bij de beoordeling van het examen gebruik van
de door de examencommissie vastgestelde beoordelingsnormen.
2. De beoordeling van een schriftelijk examen of examenonderdeel wordt
uitgedrukt in een cijfer op een schaal van 1 tot en met 10, dan wel door
middel van de aanduiding voldoende/onvoldoende.
3. Indien sprake is van afronding tot een cijfer geldt de volgende regel:
– bij 0,5 punten of meer wordt naar boven afgerond
– bij minder dan 0,5 punten wordt naar beneden afgerond.

Artikel 12. Beoordelingsnormen
De meest voorkomende toetsvorm van het klassikale examen van PUUR is de
multiple choice vorm (MC). De cesuur (grens voldoende/onvoldoende) bij
een klassikaal MC- examen is vastgesteld op 60%. Dat betekent dat de
kandidaat minimaal 60% van het totaal aantal vragen juist beantwoord
dient te hebben om een voldoende te behalen (het cijfer 6 of hoger). Bij
minder dan 60% goed beantwoorde vragen, behaalt de kandidaat een
onvoldoende (het cijfer 5.5 of lager).

Rekenvoorbeeld:
Een klassikaal examen bestaat doorgaans uit 19 tot 25 vragen per module
merendeel multiple choice vragen, enkele open vragen. Dat betekent dat de
grens voldoende/onvoldoende bij 60% goede antwoorden Bij meer dan 60%
goede antwoorden behaalt de kandidaat een voldoende en is hij geslaagd,
bij minder 60% goede antwoorden behaalt de kandidaat een onvoldoende en
is hij gezakt.
In het 3de en 4de jaar worden de normen aangepast omdat er meer kennisvragen / openvragen gesteld worden.

Artikel 13. Resultaat en diploma
1. Als de student het examen met goed gevolg heeft afgelegd dan komt hij in aanmerking voor het diploma.
2. Is het resultaat onvoldoende, dan ontvangt de student hiervan een verklaring en kan hij zich aanmelden voor een herexamen.

Artikel 14. Bepaling van de uitslag
1. De uitslag van een examen(-onderdeel) wordt vastgesteld door de examencommissie.

Artikel 15. Mededeling examenuitslag
1. De uitslag van een examenonderdeel wordt zo spoedig mogelijk, maar
uiterlijk binnen 1 maand na het afleggen van het examen, schriftelijk
aan de kandidaat meegedeeld.

Artikel 16. Diploma
1. De kandidaat ontvangt voor een met voldoende resultaat afgelegd examen­ een diploma.
2. Het diploma wordt ten minste door een van de leden van de examencommissie ondertekend.

Artikel 17. Inzagerecht
1. Gedurende een termijn van vier weken, die aanvangt op de dag na
bekend­making van de uitslag van een examen, kan degene die het examen
heeft afgelegd, schriftelijk verzoeken inzage te krijgen in zijn
beoordeelde examen­werk, de opgaven en de beoordelingsnormen.
2. Plaats, tijdstip en wijze van inzage worden door PUUR in overleg met de kandidaat bepaald.

Artikel 18. Beroepsmogelijkheid
1. Elke kandidaat kan bij het secretariaat van PUUR beroep aantekenen
tegen beslissingen van de examencommissie en/of examinatoren­­.
2. Het beroep dient schriftelijk te worden ingediend binnen 5 dagen na toezending van de uitslag.

Artikel 19. Archivering
1. Het schriftelijk examenwerk, een volledige set examenopgaven en de
beoordelingsnormen worden gedurende zes maanden na afloop van het
examenonderdeel bewaard in het archief van PUUR
2. Van elke kandidaat blijft het bij het examenonderdeel behaalde cijfer
en de uitslag gedurende een termijn van 10 jaar bewaard in het archief
van PUUR.
3. In geval van een beroepsprocedure dient het schriftelijke examenwerk
bewaard te blijven tot tenminste het einde van de beroepsprocedure, dat
wil zeggen tot er sprake is van een voor alle partijen bindende
uitspraak.

Artikel 20. Bijzondere omstandigheden
1. De Examencommissie kan een kandidaat, die in bijzondere
omstandigheden ver­keert, toestemming verlenen om één of meer
examenonderdelen af te leggen op een andere locatie dan de algemeen
vastgestelde.
2. De Examencommissie kan in bijzondere gevallen toestaan dat een
kandidaat een examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is
aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat.

Artikel 21. Onregelmatigheden
1. Indien een kandidaat zich ten aanzien van de examinering aan enige
onregel­matigheid schuldig maakt, kan hem de (verdere) deelname aan het
examen worden ontzegd. Wanneer het bedrog of enige andere
onregelmatigheid pa na afloop van het examenonderdeel wordt
geconstateerd, kan de kandidaat het diploma worden onthouden of het
reeds uitgereikte exemplaar worden teruggevorderd.
2. Indien wordt besloten tot uitsluiting van de kandidaat, dan wel
onthouding of terugvordering van het diploma, doet de voorzit­ter van de
Examencommissie, de kandidaat gehoord en onder opgave van gronden,
daarvan schriftelijk mededeling aan de kandidaat en wijst hem op de
beroepsmogelijk­heid.

Artikel 22. Slotbepaling
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet en waaromtrent een
onmid­dellijke beslissing noodzakelijk is, beslist de PUUR-directie.